#27 ‘Voelt u zich meer of minder schuldig?’

DSC_2323-2Dat was een van de vragen die een studente van de UvA me voorlegde toen ik de tentoonstelling ‘Heden van het slavernijverleden’ in het Tropenmuseum in Amsterdam achter me liet. De vraag bleef aan me knagen, ook nadat ik er in het snelle invullen een ‘niet zo erg’ op had geantwoord. De goed uitgewerkte maar in allerlei opzichten klein gehouden tentoonstelling probeerde in ieder geval bewust weg te blijven van een al te gemakkelijke indeling in slachtoffers en schuldigen en riep daarmee, in ieder geval bij mij, niet als vanzelf meer schuldgevoel op. Als witte Nederlander voel ik me medeverantwoordelijk voor een goede omgang met de gevolgen van de slavernij in de huidige samenleving – blijvende gevolgen die de tentoonstelling in sterke beelden liet zien. Maar schuldig aan toen?

Ik was naar het Tropenmuseum gekomen om de fototentoonstelling over Aleppo te bekijken. Ik had de tekst op de website vluchtig gelezen en hoopte op wat positieve, optimistische foto’s, over de rijke geschiedenis van Aleppo, of over de hoop die bloeit tussen de puinhopen. Dit ook als tegenwicht tegen de indrukwekkende maar toch vooral sombere film The Long Season die ik een paar dagen daarvoor had gezien. Het dagelijks leven in een van de vele ad-hoc kampen (Majdal Anjar – vlakbij Anjar waar vanaf 1939 Armeense vluchtelingen een nieuw bestaan opbouwden) in Libanon is dicht op de huid gefilmd en regisseur Leonard Retel Helmrich samen met cameravrouw Ramia Suleiman brengen je afwisselend dicht bij wijze en humorvolle humaniteit die in de ellende standhoudt en menselijke zwakte en wreedheid die door geen sociale conventies meer wordt getemperd.

LongSeasonHet is echter niet zozeer de dagelijkse moeizame realiteit van de vluchtelingen die droevig maakt, maar het groeiende besef van de enorme impact die de oorlog op de levens van deze mensen zal hebben. Ook als ze weer terug keren naar hun huis in Raqqa zullen de littekens van verraad, ontrouw en vernedering hun leven lang meegedragen worden. Het drama dat zich daar afspeelt is door Sinan Can, ‘In het spoor van IS’ helder en gruwelijk in kaart gebracht.

De fototentoonstelling over Aleppo bracht datzelfde thema, van die blijvende gevolgen, haast terloops ook in beeld. Verweven in het bredere verhaal van de dramatische verwoesting van de stad, de vele foto’s van ‘voor’ en ‘na’, van de levendige soek en de nu verlaten straten, van de burcht als toeristische trekpleister tot grimmige militaire post, van een glanzende grote moskee tot verlaten heiligdom – verweven met dat bredere verhaal is het verhaal van de Armeense gemeenschap in Aleppo. Deze bloeiende gemeenschap ontstond al snel na de Eerste Wereldoorlog, vanuit Armeniërs die in Aleppo in opvangkampen terecht kwamen. De kampen van toen werden bloeiende wijken, die werden tot een levendig centrum van cultuur en religie voor Armeniërs in het hele Midden-Oosten. Dat nieuwe leven is nu weer grotendeels verwoest, honderd jaar na de verwoesting in Turkije. De Armeniërs van Aleppo zijn opnieuw gevlucht, naar Libanon, Jordanië of naar het westen.

Als me dan de vraag gesteld wordt of ik me schuldig voel, denk ik ook aan deze nog steeds doorgaande verwoesting, van steden en dorpen, kerken en moskeeën, van samenlevingen en van individuele mensenlevens die minder makkelijk te repareren zijn dan het zichtbare materiële erfgoed. En ik realiseer me dat ik schaamte voel, meer dan schuld – schaamte over het feit dat mensen niet zo heel ver bij ons vandaan zoiets kan overkomen terwijl het ons goed gaat. Schaamte omdat we het niet voor elkaar krijgen daadwerkelijk iets te veranderen. Ja, op de lange termijn, op wereldschaal, gaan veel dingen beter dan honderd jaar terug. Maar dat zo’n oorlog kan voortwoekeren zonder dat we er fundamenteel iets aan kunnen of willen doen, blijft me bezighouden, net als de zorg over de langetermijngevolgen hiervan.

Daarbij blijf ik heen en weer gaan tussen schuld en schaamte. Schuld waar verantwoordelijken voor aan te wijzen zijn, waar sommige meer en andere minder schuldig zijn, waar op een dag hopelijk rechters een oordeel over zullen vellen, met passende straffen voor de daders – juridische schuld die mij persoonlijk niet zal treffen, maar waar je je als burger van Nederland niet aan kunt onttrekken – medeschuldig als de westerse wereld is aan de geopolitieke verhoudingen die deze oorlog mogelijk hebben gemaakt. En misschien zullen we op een dag iets kunnen doen om die bredere schuld te vereffenen, niet alleen in de zorg voor vluchtelingen nu, maar ook in concrete hulp bij de wederopbouw later. Maar dat neemt de schaamte niet weg, de schaamte over het leed van de ander tegenover de eigen voorspoed, schaamte over de pijn die mensen elkaar aandoen en die niet met opbouwwerk te repareren valt, schaamte over uitsluiting en vernedering die altijd meegedragen zullen worden, schaamte over de schaamte of juist het gebrek aan schaamte van de slachtoffers.

En dan realiseer ik me dat de films, documentaires, foto’s en tentoonstellingen juist die schaamte zichtbaar maken en daarmee oproepen. Schaamte is in veel opzichten visueel en het zijn foto’s en films die ons helpen de schaamte die we gewoonlijk vermijden onder ogen te zien, en ons helpen te kijken, niet weg te kijken, ook al is het soms bijna ondragelijk.

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s